Wat is luisteren, waarom doen we het te weinig en hoe kunnen individuen en organisaties dat beter doen? Harrie van Rooij gaat daar in Ik hoor wat je zegt uitgebreid op in. Het is een praktijkboek, niet zozeer om er via een strak stappenplan direct mee aan de slag te gaan, maar een bundel ideeën uit en voor de praktijk die kunnen helpen het luisteren te verbeteren.
Brede insteek
Van Rooij pleit ervoor om structureel meer aandacht aan luisteren te besteden. Luisteren is geen snel te leren vaardigheid, maar het meest wezenlijke aspect van communicatie dat veel oefening en aandacht vereist. Maar Van Rooij kijkt veel breder dan technisch luisteren. Die brede insteek is zijn kracht bij de behandeling van het onderwerp.
Communiceren is volgens Van Rooij vooral de ánder laten praten. Dat doen we door te luisteren en dus niet door in eerste instantie informatie over te brengen. Hij biedt met zijn interactioneel perspectief tegenwicht aan het dominante instrumentele perspectief in de communicatie. In onze complexe en dynamische wereld werkt het tegen mensen aan communiceren niet meer. Interactie, dialoog en experiment zijn dan de aangewezen instrumenten. Luisteren is onontbeerlijk bij complexe vraagstukken, benadrukt hij meerdere malen, en dat maakt zijn boek zeer actueel.
Een ander belangrijk inzicht dat Van Rooij aankaart, is het feit dat wij zelf en onze organisaties nogal zelfreferentieel zijn. Mensen en organisaties bekijken vraagstukken en luisteren op een manier die past binnen hun eigen definities en interpretatiekaders. We kijken en luisteren dus vooral met onze eigen standpunten als filter. Ook dat past niet meer bij de huidige omgeving en vraagstukken.
Vier luisterdeugden
De filosofische achtergrond van de auteur komt mooi tot uiting in zijn vier luisterdeugden voor organisaties. Hij vertaalt de filosofische deugden wijsheid, moed, rechtvaardigheid en gematigdheid naar de vier deugden van luisterende organisaties.
Achtereenvolgens gaat het dan om zelfkennis: organisaties en mensen moeten hun eigen aannames en ongeschreven regels onderzoeken. Om raakbaarheid, waarbij organisaties de gevolgen van hun beslissingen voelbaar maken voordat ze besluiten. Het gaat om verschillen erkennen, dat wil zeggen het anders-zijn van mensen omarmen in plaats van hen over één kam te scheren. En tenslotte gaat het over bescheidenheid, ofwel het ego intomen door bescheiden te communiceren, twijfel te tonen en zachte taal en feedback te gebruiken.
Door de brede blik van de auteur laat Ik hoor wat je zegt zich niet in enkele zinnen samenvatten. Dat zou de rijkdom van de inhoud ook tekortdoen. Van Rooij brengt bestaande inzichten op een prettige en prikkelende manier bij elkaar en voegt daar zijn eigen ervaringen aan toe. Daardoor blijft hij vanaf het begin boeien. Zelf stelt hij dat luisteren zich niet echt laat plannen, maar hij sluit zijn boek juist wel af met een luisterplan. Het was logischer geweest om luisteren een prominentere positie te geven binnen het communicatieplan. Afgezien daarvan is Ik hoor wat je zegt een belangrijk boek om communicatie een volwaardigere rol te geven in organisatie- en managementland. Bovendien is het een genot om te lezen.