In het essay 'Adieu auteursrecht, vaarwel culturele conglomeraten' van wetenschappers Joost Smiers en Marieke van Schijndel luiden de auteurs direct op de eerste bladzijde de noodklok. 'Wanneer een beperkt aantal conglomeraten ons gemeenschappelijk gebied van culturele communicatie in aanzienlijke mate controleert, ondermijnt dat de democratie.' Dat zijn grote woorden die om grote daden vragen. Die volgen dan ook al snel. In het vervolg van de inleiding stellen de auteurs dat het noodzakelijk is te komen tot een Level Playing Field. Dat kan worden gecreëerd door het auteursrecht - in de ruimst mogelijke zin - af te schaffen en de bestaande culturele conglomeraten in mootjes te hakken. Het gevolg zal volgens Joost Smiers en Marieke van Schijndel zijn, dat opbrengsten van kunstzinnige uitingen eerlijker worden verdeeld over de vele kunstenaars die deze wereld rijk is. Een ander gevolg zal volgens hen zijn, dat ook arme landen meer kansen krijgen op de wereldmarkten, omdat niet meer alle patenten in handen zijn van het rijke Westen. Het essay dat op deze stoutmoedige inleiding volgt is boeiend te noemen. De auteurs maken de lezer deelgenoot van de uitgebreide verkenning die ze hebben gemaakt. In vijf compacte hoofdstukken geven ze eerst hun argumentatie prijs voor het wat hen betreft achterhaald zijn van het auteursrecht. Vervolgens presenteren ze een aantal alternatieven voor het afschaffen van het auteursrecht die volgens hen geen van allen voldoen. In het derde hoofdstuk verkennen ze uitvoerig de mogelijkheden die zij zien om tot een cultureel gelijk speelveld te komen. Daarbij speelt enerzijds de 'culturele ondernemer' een cruciale rol. Anderzijds wordt ook het gebruik van het mededingingsrecht bepleit: dit moet worden geactiveerd om culturele conglomeraten op te kunnen breken. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door een hoofdstuk met mini-casestudies voor de meeste takken van de kunsten. Daarin proberen de auteurs voorbeelden te laten zien van werkende alternatieven op het terrein van onder andere film, muziek, beeldende kunst en design. Situaties dus waarin men afziet van het auteursrecht en buiten de culturele conglomeraten om toch geld weet te verdienen met zijn werk. In het slothoofdstuk breiden Joost Smiers en Marieke van Schijndel de scope van hun onderzoek zelfs uit naar het hele gebied van de intellectuele eigendom, in het bijzonder dat van de farmaceutische industrie. Ik heb dit essay met belangstelling gelezen. De argumentatie overtuigt op onderdelen allerminst. Zo is het de vraag of de kans op 'free-riders' bij afschaffen van het auteursrecht zo laag is als de auteurs denken en of gebruikmaken van het leerstuk van de onrechtmatige daad haalbaar is. Het komt daarnaast niet waarschijnlijk voor dat arme landen hun kunstensector zullen ondersteunen als de bescherming van het auteursrecht wegvalt. Daartegenover staat dat de auteurs kritisch zijn op hun eigen beschouwing en die zelf zien als een aanzet voor nadere studie en discussie. Mijn conclusie na lezing van dit essay is, dat het alleszins de moeite waard is. Een moedige poging af te wijken van de gebaande paden en een lezenswaardige en prikkelende bijdrage aan het publieke debat!
Recensie
Adieu auteursrecht, vaarwel culturele conglomeraten
Het auteursrecht mag zich de laatste jaren in veel belangstelling verheugen. Het debat rond nut en noodzaak van het auteursrecht wordt door voor- en tegenstanders regelmatig op felle toon gevoerd. Aan dit debat hebben wetenschappers Joost Smiers en Marieke van Schijndel al in 2009 een interessante dimensie toegevoegd. Zij pleiten er in 'Adieu auteursrecht, vaarwel culturele conglomeraten' brutaalweg voor het auteursrecht af te schaffen. Daarnaast stellen ze voor de culturele conglomeraten in mootjes te hakken. Dit ten voordele van de vele kunstenaars die volgens de auteurs nu te zeer uit de publieke aandacht worden gehouden, als gevolg van het marketinggeweld van de culturele conglomeraten.
Dick Frijlink
|
25 januari 2011