Ik haat kasseien

Waarom zou iemand in hemelsnaam vrijwillig over kasseien willen fietsen? Die vraag vormt het hart van dit boek van Jesse van Dalen. Want hij weet één ding zeker: hij háát kasseien. Want hij haat als amateurwielrenner nu al klinkers, boomwortels die het asfalt omhoog drukken, of drempels die net niet goed aansluiten. En toch trekken elk jaar tienduizenden wielerliefhebbers naar Vlaanderen en Noord-Frankrijk om zich vrijwillig af te matten op die legendarische, meedogenloze stroken. Oud-profs als Steven de Jongh doen het zelfs met plezier. Keihard over kasseien beuken? Voor hen is het genieten. Maar waarom? Wat bezielt hen? Is het een kick, een verslaving, een soort geluk?

Koersen als de Ronde van Vlaanderen, Luik – Bastenaken – Luik en Parijs-Roubaix zijn misschien wel de mooiste van het wielerjaar… zolang hij er zelf maar niet overheen hoeft. Dus trok hij naar Vlaanderen om de Ronde zelf te fietsen. Daarnaast sprak hij met dertien bekende figuren uit de wielerwereld, onder wie Laurens ten Dam, Gio Lippens, Erik Dekker en Wim Van Herreweghe. Hun herinneringen, anekdotes en inzichten, vormen samen een zoektocht naar het mysterie van die onbegrijpelijke liefde. Geen grootse wielercarrière zonder kasseien, maar wat een martelgang!

Over de auteur
Jesse van Dalen (23) is een pas afgestudeerde journalist met een grote passie voor wielrennen. Op vrije dagen stapt hij graag op de fiets voor een rondje, om daarna op de bank neer te ploffen en te kijken hoe de échte helden zich uit de naad trappen op kasseien of loodzware cols.